Op 1 november 2024 verschijnt het langverwachte tweede album van Thijs Boontjes, getiteld Dancing Boontjes (label: Excelsior Recordings). Op de opvolger van debuutalbum Geen Achttien Meer (2019) laat Thijs zich kennen als activist, bon vivant en als partner die het soms verkloot. Het nieuwe kabinet moet het ontgelden in protestlied Fiasco (Gênant, Gênant) en in Nachtportier beklaagt hij zich over toenemende xenofobie, homofobie en andere vormen van intolerantie in onze samenleving. Zelfs onder de meest ellendige omstandigheden weet Dancing Boontjes toch de algehele stemming fier overeind te houden, al dan niet met een bitterzoet drankje (Campari Soda) in de hand, als wapen tegen de diepgewortelde Calvinistische vlakheid van ons vaderland. Thijs Boontjes geeft als geen ander woorden en context aan het fenomeen “menselijke onbeholpenheid”, en slaat zichzelf daarin niet over. Op muzikaal gebied beweegt de plaat zich via rock ‘n’ roll, italo en een enkele punkuitschieter weer terug naar haar Nederpop basis die je overal in terughoort.
De albumtitel verwijst naar de autogarage van zijn familie in het Noord-Hollandse Schagen, welke in de naoorlogse jaren bij tijd en wijle werd omgetoverd tot ‘bar dancing’. Wanneer het begon te kriebelen werd de showroom getransformeerd tot dansvloer en met behulp van een advertentie in de krant bekend gemaakt dat Dancing Boontjes weer geopend was. De nostalgie van die plek, die Thijs zelf slechts kent van oude foto’s en verhalen, vormde een inspiratiebron voor de plaat. Thijs: “Ik ben dol op glorie en vooral als ‘ie vergaan is. Het mag er best glamoureus uitzien, maar dan wel met scheuren in de muren en door de zon verkleurde gordijnen die al jaren niet meer open zijn geweest.” Inhoudelijk staat het beeld van die doorleefde bar symbool voor een wereld waarin uiteindelijk ieders ware aard naar boven komt. Met Dancing Boontjes creëert Thijs zijn eigen nachtelijke universum waarin ongewone dingen doodnormaal lijken en vice versa, waarin je zowel grootschalig leed als het dagelijks leven van je af mag dansen alsof niemand naar je kijkt.